Perspectief juli 2020

PERSPECTIEF MAGAZINE VERENIGING AANDEELHOUDERS STADION FEIJENOORD N.V. 102 COLUMN GERARD VONK VAK C RIJ 15 STOEL 44 NIEUWE WERKELIJKHEID Bent u al gewend aan de dag van van- daag, de nieuwe werkelijkheid? Corona heeft de wereld op zijn kop gezet, zowel op micro- als macroniveau zoals dat zo mooi heet. Grootheden brokkelen af en in het dagelijkse leven lopen we niet meer in nabijheid van elkaar maar hou- den elkaar op afstand, op anderhalve meter. De beleving van het voetballen, zeg maar Feyenoord, zal niet meer zo zijn zoals het was. Nog sterker, ga ik ooit nog eens plaatsnemen op Vak C, rij 15 en stoel 44? DORPSTROTS Het voelt als het bezoeken van een wedstrijd in de onderafdeling van het amateurvoetbal. Als freelancer AD-regiosport volg ik de competities op de Zuid-Hollandse eilanden Voorne Putten, HoekscheWaard en Goeree Overflakkee waaronder de dorps’ trotsen’ uit Simonshaven, Piershil en Ooltgensplaat. Lager kun je niet gera- ken. Toch trekt een duel van genoemde clubs altijd nog een honderd mannen en vrouwen en laat dat nu precies het aantal zijn dat er vooralsnog mogelijk is bij de ‘grootschalige’ voorstellingen bij de profclubs, theaters en festivals. Een beetje gevoel en ervaring heb ik dus wel bij een dergelijk aantal: altijd een staan- plaats beschikbaar op gewenste afstand. Meestal zoek ik een stekkie tussen de dug-outs in zodat ik de (non)verbale uitspattingen van de trainers, leiders en reserves goed kan volgen. Toch gaat de vergelijking naar De Kuip mank. Sterker nog, door het weglaten van het legioen verlies je alle jus, saus en pittige ingrediënten die een wedstrijd in De Kuip zo lekker maken. Natuurlijk heb ik de commentaren van deskundigen gehoord en gelezen dat het zonder al dat emotiegedoe zo interessant is en de weg vrij is gemaakt om de looplijnen, technieken en tactieken op te slurpen. Dat is voetbaltechnisch helemaal waar. Maar het zijn juist die randverschijnse- len, scheld- en aanmoedigpartijen die een duel op niveau zo lekker kunnen opwaarderen. De beleving van de supporters blijft de dressing op een voetbalwedstrijd en daarom bezoek ik De Kuip. Op tv keek en kijk ik niet of nauwelijks naar de uitwedstrijden van Feyenoord omdat het er voor mij dan minder uitziet, emoties niet kwijt kan en ‘iedereen’ in de weg zit. Wedstrijden in stilte volgen zit niet in mij en heeft geen enkele waarde. Gruwelend bij de ge- dachte dat dit de nieuwe toekomst kan zijn. Op anderhalve meter van elkaar, gevrijwaard van iedere vorm van zweet, speeksel en aanval op het gehoororgaan. BUITENKOMEN? Feyenoord City. Het megalomane wordt nog onmetelijker. Periodiek gooit de projectleiding een nieuw bereikte mijlpaal de media in, op weg naar de stip aan de horizon: het nieuwe stadion. We moeten er in blijven geloven, en dat in een tijd waarin alle prognoses op het gebied van economie, financiën en werkgelegenheid er somber uitzien. Diep rode cijfers, volledig in contrast met de plannenmakers die nog heiliger en sterker geloven in een arena voor 64 duizend toeschouwers met het daaraan hangende prijskaartje van 444 miljoen. Een gerespecteerd VASF-lid vroeg zich hardop af ‘of deze mensen weleens buitenkomen?’ Weldenkend past dit (nog) niet in het Coronatijdperk. De we- reld staat op zijn kop met als belangrijke kenmerken ‘onzekerheid, onduide- lijkheid en een nieuwe werkelijkheid’. Voorlopig doen we het met de ander- halve meternorm, zeg maar één op de vier stoeltjes bezetten. Al rekenend kom je op tienduizend toeschouwers bij een thuiswedstrijd. Daarbij springen de beelden van de jaren tachtig weer op het netvlies: De Kuip voor een kwart gevuld, geen prestaties, sfeerloos en geregeld overheerst en gekweld door alom aanwezige hooligans. NAT EN DROOG Kenmerkend in dit tegengesteld-den- ken waren de virtuele presentaties van Stadion-directeur Jan van Merwijk en City-projectleider Carl Berg tijdens de BAVvA: Jan met natte ogen en Carl met droge ogen. Stadion De Kuip heeft het lastig. Door de lockdown komt er nauwelijks geld binnen en de hulp van het Rijk en de gemeente is al ingeroe- pen. Er komt een fiks verliesgevend boekjaar aan, somberde Van Merwijk. Daarentegen zag Berg vooral kleuren aan de horizon en straalde optimisme uit. Echt, ‘alles’ ligt nog op schema en voor de zekerheid gaat de projectleiding nog in gesprek met de partners over de gevolgen van deze periode. Maar een millimeter aan twijfel is er niet, zo lijkt het. Bij mij roept ‘dit alles’ de reactie op van ‘het kan toch niet zo zijn dat de op komst zijnde economische recessie aan Feyenoord City voorbij gaat? We’ll wait and see maar gerust ben ik er niet op.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=