ARC Presentatiegids, seizoen 2019-2020
PRESENTATIEGIDS 2019 - 2020 SV ARC • 9 DOOR THEO VAN EGMOND DENNIS TIJSSEN ben.” Trots is Dennis ook dat twee jongens zelfs goed genoeg bleken voor het eerste elftal. Dat gebeurde vorig seizoen ook al. ‘Daar doen we het met z’n allen toch voor’. Op de vraag of het moeilijk is om jongens van zeventien/achttien jaar te trainen is het antwoord ontkennend. “Je moet tegen die knapen geen kletsverhalen ophangen, daar prikken ze doorheen. Gewoon duidelijk zijn en vooral eerlijk tegenover elkaar. Dan kun je samen heel veel bereiken.” Ook met de groep waarmee de technische staf het nieuwe seizoen ingaat, is men zeer content. Een aantal jongens stapt over naar de senioren, waarvan drie definitief naar de A-selectie, zes talenten komen uit JO17 en een stuk of vier van buitenaf. De selectie is met zorg samengesteld. “We kijken niet alleen naar voetbalkwaliteiten, maar ook naar houding en gedrag.” Dennis vindt dat een grote club als ARC eigenlijk minstens met de JO19 in de tweede divisie moet voetballen. Nu gaan we ervoor om te zorgen dat we voorlopig een stabiele tweede-divisie-club bij de jeugd blijven, dan kunnen we altijd nog verder kijken hoe de ontwikkelingen zijn. Je bent en blijft toch altijd afhankelijk van een goede lichting. Met de indeling ben ik zeer tevreden. Het is een mooie klasse met gerenommeerde clubs. Het wordt een mooi jaar voor de jongens, die zich op dit niveau en tegen sterke tegenstanders nog beter kunnen ontwikkelen.” Nog even terugkomen op de conclusie van Dennis dat het voor de club en voor hem zelf een apart en uniek jaar was. Tijdens een wedstrijd van zijn team werd hij weggeroepen omdat het niet goed ging met zijn moeder. Nog voordat hij thuis was, was zij, na een kort ziekbed, overleden. “Toen heb ik ook de warmte van de club ervaren.” Het thema van deze presentatiegids is: droom. Op de vraag of Dennis een droom heeft geeft hij het allermooiste en eigenlijk ook enig goede antwoord. “Ik kan het nu wel gaan hebben over prestaties en dergelijke, maar mijn droom is dat iedereen gezond blijft. Het kan zo maar afgelopen zijn.” Wat was het toch een krankzinnig voetbaljaar in de eerste klasse A. Lange tijd wisselde de ranglijst wekelijks van koploper, maar toen de feestdagenstop inging, was het ARC dat opeens met een voorsprong van vijf punten de grootste titelkandidaat was. Althans, dat mag je op zo’n moment wel denken. In herinnering lag echter het feit dat de voorsprong een jaar eerder op hetzelfde moment maar liefst negen punten bedroeg. Die werden uiteindelijk verspeeld en de nacompetitie leverde toen een ongelukkige loting en een snel einde op. Ook nu werd de voordelige marge weggegeven, maar werd het uitgangspunt voor de nacompetitie ogenschijnlijk beter omdat ARC toch als tweede wist te finishen. Overigens was daar wel het nodige geluk voor nodig. Voor hetzelfde geld hadden Mark Evers en zijn mannen het op de laatste competitiedag op 25 mei bij Argon allemaal weggegooid en zou het seizoen door de nederlaag in Mijdrecht op die dag afgelopen zijn. Omdat BOL en vooral AFC op diezelfde slotdag ook genadeloos de mist ingingen, bleef de Racing tweede en mocht het toetje begonnen worden met een thuiswedstrijd, die na winst vervolgd mocht worden met opnieuw een wedstrijd op eigen veld. En toen volgde de zenuwslopende finale in Everdingen. ARC leek verloren, maar kwam een minuut voor tijd alsnog langszij. Bijna een verlenging later was het juist ARC die de Hoofdklasse in mocht, maar nu was het DTS Ede dat alsnog langszij kwam. Waarna ARC de strafschoppen er allemaal feilloos inschoot. Die zonnige middag zal door de vele Alphenaren op dat knusse sportpark nooit uit de herinnering verdwijnen. Het werd tijd dat de club weer gaat meetellen, want in de eerste klasse voetballen, het is het duidelijk net niet. Hoewel net niet, het is eigenlijk helemaal niks. De meeste tegenstanders spreken niet aan en ook aan de arbitrage is te merken dat die klasse zich bevindt exact op de helft van het amateurvoetbalniveau. Ik heb als ik het me goed herinner twee keer een arbiter aan het werk gezien die behoorlijk leidde, maar alle andere keren vond ik de fluitende heren van een niet denderend niveau. Hetgeen vaak ook gold voor de neutrale assistenten in de gevallen dat ze werden aangewezen. Ze waren soms nog minder dan de clubvlaggers, maar in ieder geval onpartijdig. Dat dan weer wel. In de Hoofdklasse treffen we gelukkig elke week een neutraal trio aan en zal het niveau ook ongetwijfeld hoger liggen. En nu gaan we weer lekker voetballen tegen clubs als SC Feyenoord, FC ‘s-Gravenzande, Capelle, Jodan Boys, Sportlust’46, FC Rijnvogels en jawel weer DHSC. Het was toch eigenlijk te gek dat clubs uit Woerden en Gouda hoger speelden dan de zaterdagvereniging uit Alphen. Wat denken ze wel. Natuurlijk, het gaat zwaar worden, daar ben ik van overtuigd. Je moet wel vier clubs onder je houden en dat lijkt me een stevige opgaaf. Maar het kan natuurlijk wel. Sterker nog, het MOET. Een club als ARC mag dit niveau never nooit meer uit handen geven. THEO VAN EGMOND
RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=